Alle kleine (en grotere) jongetjes dromen wel eens van een sportauto. Laag, mooi, snel, lekker geluidje en heerlijk rondtoeren in de sportieve bolide. Niet iedereen heeft geld voor een Ferrari of Lamborghini. Dat betekent niet dat je niet mag dromen van een sportauto.
In Japan dromen ze in de jaren 60 ook van sportauto’s, betaalbare sportauto’s. Ook de mannen bij Nissan werken in de jaren 60 hard aan hun eigen sportauto. Een samenwerking met Yamaha is op niets uitgelopen, maar het design van Yamaha is uiteindelijk bij Toyota terecht gekomen. Met de Toyota 2000GT als eindresultaat.
Acht maanden na de komst van de eerste Skyline GTR in 1969, komt Nissan met hun eerste echte sportauto genaamd Fairlady Z. Buiten Japan wordt de Fairlady Z ook wel 240Z (S30) genoemd. Naarmate de jaren 70 richting de jaren 80 kruipt, veranderd de naam buiten Japan ook in 260Z en 280Z. In Japan is en blijft de naam Fairlady Z gehandhaaft.
Ondanks het feit dat de Fairlady Z generatiegenoot is van de Nissan Skyline GTR KPGC10, deelt het normaliter niet dezelfde 2 liter 6 in lijn motor. De L20 motor van de Japanse Fairlady Z stuurt 130 paarden via de vijfbak naar de achterwielen. Dat is normaliter. Want stiekem hebben de engineers van Nissan de S20 6 in lijn van de Skyline GTR in circa 420 Fairlady Z432 gelepeld. De sterkere S20 levert een in die tijd indrukwekkende 160 pk. De Z432 staat voor 4 kleppen per cilinder, 3 Mikuni carburateurs en 2 nokkenassen. Zet de Fairlady Z432 maar uit je hoofd, begin 2020 is 1 exemplaar van de Z432 op de veiling verkocht voor een bedrag rond de miljoen euro.
In Europa en Amerika kennen wij de Fairlady Z als de 240Z. Wederom met 6 cilinders die netjes in 1 lijn liggen. Geen idee waarom, maar de 2,4 liter grote motor levert met 153 meer vermogen dan de standaard Japanse Fairlady. In Nissan taal kan je er van uitgaan dat het getal in de naam van het model refereert naar de grootte van de motor. Zo heeft de 240Z zoals hierboven uitgelegd een 2,4 motor en de huidige 370Z een 3,7 liter zescilinder. De nieuwe nog te introduceren 400Z, noteer 16 september in je agenda (!!), zal hiervan afwijken. Daar zal de 400 staan voor het vermogen.
De Fairlady Z en 240Z zijn pure tweezitters. Met de facelift in 1974, komt naast 200cc extra cilinderinhoud ook 2 extra zitplaatsen op de bestellijst. De prachtige Z wordt door de 2 extra zitjes achterin – hoe zeg je dit aardig – best wel behoorlijk verne**t. De 2+2 moet je dus gewoon laten staan. Vooral als je weet hoe mooi het origineel is. De enige pluspunt van de 260Z is meer vermogen door de grotere L26 motor. Idem dito met de 280Z die een naar 2.8 opgeboorde zes in lijn heeft.
De Fairlady Z/240/260/280Z heeft een zeer lange en lage neus. Met zijn korte kont is het een zeer karakteristiek model. Naar verluid krijgt de nieuwe 400Z veel trekjes van zijn overoverovergrootvader. En dat is goed nieuws! Tellen jullie ook mee af naar 16 september 2020?